Het zijn dagelijkse onderwerpen maar in het gedicht hebben ze iets heel gevoeligs. Van het onderwerp kind gaat het over in de natuur, die in haar geheel iets ideaals weergeeft. De harmonie van de natuur is iets wat al het aardse te boven gaat. De tijd, die verbonden is met de natuur, in seizoenen en maanden gaat in De kleine zeemeermin' over in de realiteit. Er is een scheiding tussen de realiteit en totale overgave aan een ander. In de daarop volgende gedichten wil de ikfiguur zich helemaal overgeven aan haar gevoel, de liefde, tot ze erachter komt dat het niet mogelijk is om door te dringen tot elkaars diepste leven'. Ze gaat over tot iets nog groters namelijk de kosmos. Ze zoekt naar de harmonie in dingen Cannes' en Daphne' zijn een droom van die harmonie. Vervolgens wordt ze radeloos ze weet niet wat ze wil. Op de aarde, de realiteit, kan ze niet leven, maar ze kan het mysterie' van het leven ook niet achterhalen omdat ze zich daar te klein en verward voor voelt. Ze zit gevangen en de enige uitweg lijkt de dood. In Nu wordt ik nooit meer radeloos ' verlangt ze naar de dood. .
Daarna geeft ze toe aan de destructie van de harmonie, er zullen altijd tegenstrijdigheden blijven, mensen kunnen er niets aan doen. Het laatste gedicht Avond aan zee' is een positief gedicht. Hoewel de harmonie is verbroken maken al die tegenstrijdigheden één geheel.
2 Verdiepingsopdracht. .
2.1 Phoenix I & II.
Kenmerken poëzie.
Phoenix I bestaat uit 5 strofen. Iedere strofe uit 4 versregels, kwatrijnen. De zinnen vullen bijna de gehele bladspiegel maar doordat er geen onderbrekingen zijn vormt het een simpele en regelmatige bladspiegel. .
Er is sprake van volrijm en eindrijm. Het rijmschema is gekruist rijm, dit zijn kenmerken van traditionele poëzie.
Er is sprake van een metrum wat gekruist is. Hiermee bedoel ik de eerste regel hetzelfde metrum heeft als de derde, en de tweede regel hetzelfde metrum heeft als de vierde.